dinsdag 26 januari 2016

Schot in de roos

Eindelijk was ik zwanger. Of beter gezegd; eindelijk bleef ik zwanger. Zwanger worden bleek namelijk niet zo moeilijk, het te blijven was een grote uitdaging. Die uitdaging ging ik keer op keer aan, en verloor jammerlijk. Maar deze keer niet. Ik was, en bleef, zwanger.

Vanaf dag één was ik bang dat het weer mis zou gaan en deed ik het rustig aan. Zo stopte ik met hardlopen, fietsen deed ik nog wel maar alleen over strak asfalt zonder hobbels en zware boodschappentassen liet ik door anderen tillen. Stel je voor dat dit zeer gewenste kind los zou schudden en ik het ook zou verliezen. Na veertien weken durfde ik er eindelijk in te geloven dat we deze keer echt een kindje zouden krijgen. Op vakantie in Knokke kochten Bram en ik een piepklein blauw vestje en we straalden van geluk.

Nu ik eindlijk zwanger bleef werd ik beloond; maar liefst 41 weken en 5 dagen duurde de zwangerschap.  Wat duurde het lang, vooral omdat ik al vanaf week 37 in opperste staat van paraatheid was. Be carefull what you wish for…. Maar toen leek het einde toch echt in zicht want op een zondagavond begonnen de weeën. Na al die tijd wachten zou je verwachten er klaar voor te zijn, maar niets bleek minder waar. De pijn hield maar aan en ik vond het helemaal niet leuk, alle yogalessen ten spijt. Na 7 uur nachtelijke weeën, mocht ik eindelijk gaan persen. Maar toen bleven de persweeën uit. Ik had er geen zin meer in, was moe en ik kon niet meer. Maar opgeven bleek geen optie. ‘Snij het kind er anders uit.’ opperderde ik nog zwakjes. ‘Doorgaan vrouw!’ riep de verloskundig en dat deed ik. Na 70 minuten persen leek er een einde deze bevalling te zijn gekomen. De verloskundige hield opeens een wit, levenloos jongetje omhoog. ‘Al dat werk voor niets. Ben ik eindelijk zwanger, baar ik een dood kind.’ dacht ik en intens verdrietig draaide me uitgeput op mijn zij om te slapen en alles te vergeten. Maar ook dat was geen optie. De kraamverzorgster zorgde ervoor dat ik wakker bleef terwijl de verloskundige er alles aan deed om dit jongetje, wat wel een hartslag bleek te hebben, op gang te krijgen. Als door een wonder lukte dit, want niet veel later hoorden we Laurens huilen. Bram sloot hem liefdevol in zijn armen en ik zag dat het goed was. Daarom draaide ik me weer om en wilde nu echt gaan slapen. Mis, ik was nog helemaal niet klaar met bevallen want de placenta moest er nog uit. Wat een tegenvaller.


Ze zeggen dat je de pijn van een bevalling vergeet, maar dat is niet waar. Laurens wordt deze week tien en is nu een mooie, sterke en slimme jongen, die ons iedere dag blij maakt. Aan niets merk je dat hij keihard moest knokken die eerste minuten na zijn geboorte om te mogen leven, en dat ik hem bijna op gaf. En die pijn voel ik, na tien jaar, nog steeds. Wat ben ik trots op hem! 

1 opmerking: