dinsdag 21 juni 2016

Kleine wasjes, grote wasjes

Toen mijn laptop voor de zoveelste keer vastliep was ik het echt zat. En aangezien ik bijna jarig was, zette ik de MacBook Air bovenaan mijn verlanglijst. En ook als enige, dus dat was makkelijk kiezen voor Bram. Een mooi licht laptopje wat nooit vastloopt, heerlijk. De oude Acer lag wat ongemakkelijk onder de salontafel en bromde af en toe nog wat, maar verder lag hij daar vooral decoratief te wezen omdat ik er geen andere plek voor had en de prullenbak ook zo rigoureus was. 

Maar opeens kwam er een bestemming voor het oude besje; Laurens mocht naar school een laptop meenemen voor bepaalde lessen zodat hij niet hoefde te wachten totdat er eentje vrij kwam in de klas. Maar dan wilde ik hem toch eerst even leeghalen, want om nou met mijn digitale huishoudjeboekje de school in te lopen, leek me niet zo’n goed idee.

Ik ging er eens goed voor zitten op een vrije ochtend en legde de veel te zware laptop op tafel. De batterij was leeg, en ook nadat ik de stekker er in deed ging het beeld na 7 seconden op zwart. Ik had Laurens deze laptop al beloofd, maar had geen zin nog een cent uit te geven aan dit ding. De optie om een nieuwe te kopen vond ik ook te ver gaan. Toen bedacht ik me dat mijn vader zijn digitale problemen vaak via YouTube oplost en na wat gerichte zoektermen kon ik tien minuten later het huishoudjeboekje legen.

Twee weken later begaf de droger het. Nog geen drie jaar oud maar uiteraard net buiten de garantie. ‘Bel even een mannetje.’ opperde Bram. Maar ik belde helemaal niemand, YouTube zou het kunnen oplossen. Straks ben je weer veel geld kwijt voor niets, dat zou mij niet snel meer gebeuren. Het reparatiefilmpje was snel gevonden. Er bleek een sensor aan de achterkant stuk te zijn en dat was makkelijk te vervangen. Nu moest wel de droger uit de inbouwkast, en dat bleek minder makkelijk. Na flink wat gemopper en gezweet, met aanmoedigende woorden van mij (‘Dit scheelt zoveel geld! Kunnen we weer fijn uit eten enzo!) was de droger uit het kastje. Maar die sensor zagen we niet. De achterkant moest van de droger en daarvoor moest eerst de bovenkant er af. In de, ondertussen veel te krappe, bijkeuken lagen nu diverse onderdelen verspreid rondom een chagrijnige Bram. ‘Nou, waar is die sensor?’ ‘Eh, geen idee,’ piepte ik en pakte het filmpje erbij. Bram veegde het zweet uit zijn ogen en keek naar m’n telefoon waar een fris ventje duidelijk liet zien hoe je de sensor kan vervangen. ‘Dit is een heel ander merk droger!’ riep Bram verontwaardigd uit. ‘Oh,’ piepte ik weer: ’en nu?’ ‘Nu bel je dus maar dat mannetje!’ Boos liep hij weg en liet de boel de boel. 

Het mannetje kon pas anderhalve week later komen, en al die tijd hupte ik over de droger en haar onderdelen om wat wasjes te draaien die ik vervolgens bij mijn moeder in de droger gooide. Maar toen kwam eindelijk het mannetje. Ik nam hem mee naar de bijkeuken waar we niet samen inpaste. ‘Daar, en de sensor is stuk.’ Het mannetje maneuvreerde zich om de droger heen en keek er eens in. ‘De filters zijn verstopt, ik zal je twee nieuwe toe sturen. Zet dat ding maar in elkaar.’ En 5 minuten later was hij weg.


Ik keek Bram heel lief aan en legde de schroevendraaier vlak naar de verse koffie binnen handbereik. Hij zei niets, en dat deed ik dan ook maar niet. Ik snelde naar de brievenbus die als welkome afleiding de ijzige stilte verbrak. Daar waren de filters al, met de rekening; 123 euro. 50 euro voorrijkosten, 40 euro uurtarief en 2 filters van 16,50. Gelukkig had ik met de laptop wat geld bespaard. 

woensdag 1 juni 2016

Happy op de camping

Onze caravan staat weer op zijn plek (http://dagelijksfeestje.blogspot.nl/2016/03/sleurhut.html). Zodra het mooi weer is en de voetbalwedstrijden zijn afgelopen, gooien we wat kleding en eten in de auto en rijden naar ons buitenverblijf. Daar aangekomen rennen de jongens direct naar het pannaveldje en duikt mijn dochter de knutselclub in. Als Bram bekijkt of het onlangs aangeschafte sloepje er nog netjes bij ligt schenk ik een glas wijn in en ik draai mijn stoel richting de zon. Heel zen.

Nadat we vorig jaar tijdens de kleinste bui al natte voeten hadden in de voortent zag ik, na een inspectierondje op de camping, dat andere campinggasten een vloertje van vlonders hebben liggen. Dit jaar ligt dat vloertje er bij ons uiteraard ook, wat nog mooi afsteekt ook bij mijn hoogglans Ikea tafel en designlamp erboven. Niks geen burgerlijk gedoe voor ons, want de strakke donkerblauwe gordijnen die mijn moeder heeft gemaakt passen bij de fruitschaal en kruidenbakjes. Op de picknicktafel buiten staan bijna altijd vers geplukte bloemen en de lampionnen aan de buitenkant van de tent maken het geheel af. Wij chillen in stijl.

Als ik even opkijk omdat ik mijn glas wijn op de tast niet kan vinden, valt mijn oog op het groepje caravans verderop. Ik ga rechtop zitten en zie dat zij rondom de caravan het gras perfect gemillimeterd hebben om aan te geven wat hun stukje is. Snel grijp ik mijn glas, neem een flinke slok en doe mijn ogen weer dicht. Maar ik ben helemaal niet zen meer. Ik zet mijn zonnebril op en kijk nog een keer. Dat ziet er wel heel mooi uit. En dat droogmolentje op de trekhaak van de caravan is ook veel handiger dan dat vierkante sta in de weg ding van de Action wat continue omvalt. 

Dan komt Bram terug van de boot. ‘Bram!’ roep ik uit waardoor hij bijna struikelt over een scheerlijn. ‘Kijk eens naar die caravans daar, dat gras!’ ‘Hmmm,’ mompelt hij: ‘Handige droogmolen ook. En dat windscherm voor de voortent is ook strak neergezet.’ We kijken elkaar aan en hebben aan één blik genoeg; dat wordt een ritje richting de bouwmarkt voor een grasmaaier, en een windscherm, donkerblauw uiteraard, want dat past bij de gordijnen. Die droogmolen zoek ik van de week online wel. 

Twee uur later zijn we weer terug op de camping met drie chagrijnige kinderen maar mét grasmaaier en donkerblauw windscherm. De jongens vertrekken meteen weer met voetbal in de hand en Annemijn rent snel terug naar de knutselclub. Bram zucht eens diep als hij mijn vastberaden blik ziet en pakt met tegenzin het windscherm uit terwijl ik een verlengsnoer voor de grasmaaier zoek. 

Ruim een uur later zijn we doodop maar ziet onze plek er strak uit. We vertrekken met wat versnaperingen naar de boot voor een welverdiend vaartochtje. De kinderen zitten al in de kajuit en terwijl ik twee net losgemaakte lijnen uit de knoop probeer te halen zie ik dat Bram is blijven staan bij een sloepje dat verderop ligt. ‘Kom je nog?’ roep ik naar hem toe? Hij wijst en wenkt me en als ik naar hem toe loop zie ik waar hij op doelt; deze boot heeft een vernuftig systeem om met een musketonhaak de lijnen in één keer vast te maken zodat de boot goed strak ligt. We kijken elkaar aan, en zeggen dan op hetzelfde moment: ‘Eerst varen.’


Heel zen zo op de camping.