dinsdag 29 maart 2016

Sleurhut

Wanneer je in de file richting het zuiden van Europa staat kan je er niet omheen. De stationswagens met caravan erachter. Vaders zit achter het stuur en moeders met een overhit hoofd ernaast terwijl ze twee dreinende kinderen probeert stil te houden. Ze zijn al drie dagen onderweg, want je schiet voor geen meter op met zo'n sleurhut achter je auto en de stemming zit er allang niet meer in. Wij trappen het gaspedaal op de Duitse Autobahn zo lekker in om de tijd weer in te halen. Nee, mij zie je niet in zo'n ding.

Maar toen kwam Bram op het idee om er een te kopen en in Friesland neer te zetten voor een heel seizoen. 'Leuk ook voor de kinderen. En dan kan jij in de zomervakantie daarheen wanneer de kinderen vrij zijn en ik nog niet.' was zijn argument. Alsof ik in zo'n ding ga zitten in mijn eentje op de camping, zie je het voor je? Maar ik wil de stemming niet meteen verpesten dus terwijl de kinderen uit logeren zijn struinen wij een caravanshow af in Purmerend. We halen de gemiddelde leeftijd flink naar beneden en ik verbaas me over de prijzen die ze vragen voor een tweedehandsje. ‘Er zit niets fatsoenlijks bij voor ons budget.’ moppert Bram. Ons budget? Ik heb helemaal budget over voor een caravan, maar ik knik begrijpend en zoek ondertussen op Around Me naar een fatsoenlijke plek om te lunchen. 

Terwijl ik geniet van een Ceaser salade zit Bram driftig op zijn telefoon te tikken. ‘Ik zie een leuke in Aalsmeer!’ roept hij enthousiast. Ik dacht dat we er vanaf waren en onderdruk een zucht. ‘Dat gaan we nu niet meer redden lieverd.’ Maar Bram heeft de oplossing: ’We gaan morgen even kijken als we de kinderen hebben opgehaald.’ Ik zucht heel zacht en glimlach.

Met z'n vijven rijden we de volgende dag naar Aalsmeer. De kinderen maken ruzie op de achterbank want we zijn de iPads vergeten mee te nemen (hoe deden mijn ouders dat vroeger naar Zuid-Frankrijk?? Mijn kinderen houden het nog geen uur vol!). Gelukkig zijn we er sneller dan verwacht en een vriendelijke man wijst ons de weg. Dan zijn de kinderen eindelijk stil, trekken hun schoenen uit en rennen de caravan in. ‘Dit is mijn bed!’ roept Annemijn en klimt boven in het stapelbed. De jongens geven elkaar een high five en trekken met blije gezichten alle kastjes open. 

Niet veel later teken ik de overdrachtspapieren. Heel toevallig had Bram geen identiteitsbewijs mee. Ook heeft hij geen trekhaak achter zijn auto maar mijn station heeft er wel een. ‘De caravan staat nu op mijn naam maar ik rij niet, en we gaan er niet mee op vakantie. En we frissen 'm op met hippe gordijnen enzo’  snauw ik hem toe en knipoog. 

Vier weken lang en bijna ieder weekend brachten we vorig seizoen in Friesland door. Het was bijna jammer dat we al twee weken Italië geboekt hadden. Het seizoen van 2016 is vorig week begonnen. De caravan staat al, nu is het wachten op de zon. 

dinsdag 15 maart 2016

Tweede kans

Het had allemaal zo mooi kunnen zijn. Ik had naast Prince op het podium kunnen staan. Of in het voorprogramma van Madonna. Helaas, het liep net even anders. Terwijl Candy oefende op haar saxofoon, deed ik mijn best op de blokfluit.

Een jaar of acht was ik toen ik mijn ouders vertelde dat ik graag saxofoon wilde spelen. Dat vonden ze een goed plan. Maar om te kijken of ik muziek echt leuk vond, moest ik beginnen met de blokfluit. Best logisch, gezien ik niet veel dingen langer dan twee maanden leuk vond, maar wel iets heel anders dan de saxofoon. Met frisse tegenzin fietste ik iedere week met mijn blokfluit in een zelfgebreid zakje naar de les. Na twee lange jaren hield ik het voor gezien. Die saxofoon is er nooit gekomen. Dit alles is natuurlijk de schuld van mijn ouders. Als ik meteen die saxofoon had gekregen, had ik nu (met) de sterren van de hemel gespeeld. 

Dit pak ik uiteraard anders aan bij mijn kinderen. Mijn droom een instrument te kunnen bespelen is altijd aanwezig geweest, dus een mooie gelegenheid om deze droom samen met Laurens waar te maken. We gaan met z’n tweeën op gitaarles. Gezellig wat quality time met mijn oudste zoon. Laurens krijgt de gitaar van zijn nichtje en ik trek de oude gitaar van Bram achter het schot onder de kerstboom vandaan. Deze keer ga ik met frisse zin richting de les. Laurens en ik oefenen thuis onze lessen maar als snel kijk ik naar een mannelijke variant van mezelf 32 jaar geleden. Met tegenzin pakt Laurens de gitaar op, raffelt de lesjes af en duikt weer in Minecraft. 

Tijd voor wat motivatie: ‘Stel je voor; het strand, een kampvuur, en jij met je gitaar.’ Glazig kijkt hij me aan. Andere insteek: ‘Als je nou later een liedje schrijft voor het mooiste meisje van de klas dat je op je gitaar voor haar speelt, hoe leuk zou dat zijn?’ Marcus ligt in een deuk en Laurens kijkt me aan alsof ik van een andere planeet kom. ‘Justin Bieber dan, die moet ook hard oefenen op zijn liedjes en die was al heel beroemd toen hij tien jaar was….’ probeer ik tot slot, maar ik hoor de voordeur dichtslaan en zie nog net twee jongens naar buiten rennen met een voetbal onder de arm. 


Moet ik dit, net als mijn ouders destijds, nog twee jaar lang verplichten? Ik heb na mijn laatste les de blokfluit nooit meer aangeraakt. Noten kan ik allang niet meer lezen. Ik app de gitaarleraar dat ik vanaf nu alleen kom, en spring in de auto om mezelf een nieuwe gitaar cadeau te doen. Deze keer zal het niet aan het instrument liggen. Thuisgekomen oefen ik tot de vingertoppen van mijn linkerhand geen gevoel meer hebben en zet vervolgens keer op keer ‘Sweet child O’Mine’ op. Candy mag haar toeterkunsten voor haarzelf houden. Die saxofoon heb ik decennia terug al achter me gelaten. Maar misschien kan ik over een tijdje in het gat springen wat Slash achter heeft gelaten…

dinsdag 8 maart 2016

Jodelahiti

‘Waar gaan we naar toe?’ vraagt Annemijn als ze de ingepakte tassen in de gang ziet staan. ‘Naar Oostenrijk, skiën. Dat heb ik toch verteld?’ Beteuterd kijkt ze me aan. ‘Alweer?’
Ik hoor op haar kamer een kastdeur opengaan. ‘Mama, deze moet nog mee!’ het badpak dat ze naar beneden gooit beland tussen de skischoenen. ‘Nee lieverd, die hebben we deze vakantie niet nodig.’ Een verontwaardigd hoofd verschijnt in het trapgat. ‘Is er geen zwembad in het hotel?’ Ik zucht en leg het badpak opgevouwen op de trap. 

Verwend gedrag? Ik had de neiging om uit m’n slof te schieten en te roepen dat ze blij mag zijn dat we op vakantie gaan en dat er mensen zijn die nooit op vakantie kunnen, maar wat kan zij er aan doen? Voor mijn jongens is een week lang een wereld in Minecraft bouwen de ultieme vakantiebesteding. En Annemijn weet ook wel wat leukers te bedenken dan tien uur in de auto en vervolgens vijf dagen skiklas. ‘Investering in de toekomst!’ roept Bram terwijl hij de tassen in de auto zet. ‘Later zijn ze blij dat ze op jonge leeftijd hebben leren skiën. 

‘Ik ga je zo missen!’ tranen rollen over de wangen als ik de ski’s onderklik bij Annemijn. De rest van de skiklas staat al te wachten en Laurens en Marcus zijn al vertrokken met hun leraar. ‘Dat zal best meevallen, voor je het weet is het drie uur.’ antwoord ik vol goede moed terwijl ik hard knipper tegen mijn eigen tranen. ‘Kus lieverd en goed luisteren hè?’ Ik geef haar snel een duwtje achter het klasje aan en ski naar Bram. ‘Best zielig, voor hen moet het toch ook een leuke vakantie worden…?’ mompel ik. ‘Ach je zal zien dat ze vanmiddag vol verhalen terug komen.’ Dat is vast waar en op het moment dat we samen de lift in stappen ben ik de kinderen al vergeten. 

Het valt inderdaad allemaal best mee en iedere dag friet tussen de middag maakt een heleboel goed. Als na vijf dagen les de verdiende medailles om de nek hangen zijn zij, en vooral Bram en ik, apetrots. De laatste dag skiën we met z’n allen. Ik ga voorop en Marcus en Annemijn volgen. Bram sluit de rij en Laurens wacht ons iedere keer onder aan de piste op. Die houden we allang niet meer bij.

Na de laatste keer friet tussen de middag maken we ons op voor de dalafdaling. De zon is heerlijk maar de sneeuw daardoor minder. Annemijn is moe en ik vraag haar of ze de dalafdaling wil maken of liever de lift wilt pakken. ‘Ik probeer het.’ antwoord ze dapper. Rustig aan slalommen we naar beneden. ‘Harder mama!’ hoor ik achter me. Ik versnel iets, maar dan word ik ingehaald. ‘Je gaat niet snel genoeg, ik volg jou niet meer.’ hoor ik bozig. Daar gaat ze, mijn dochter van vijf. De jongens lachen en volgen haar: ‘Jij bent de juf oké!?’ Bram en ik kijken trots naar onze kinderen. Deze investering was het meer dan waard.